Ik ben de vorige keer al in het park naar de neushoorns wezen kijken. Toen gingen er 4 guards mee met kalasnikovs. Het was wel heel spannend want ik mocht er toen heel erg dichtbij. Op bijna 10 meter.
Nu ben ik met Papa, mama en Gabor naar het park gegaan. We reden zelf. Dit keer zonder four-wheel-drive. Daarom moesten we een beetje op de weg blijven. Er waren wel veel meer dieren. Buffels staarden ons aan, olifanten staken voor ons de weg over en natuurlijk waren er ook weer genoeg clifspringers en antilopen.
We vroegen de ranger of hij kon regelen dat we ook neushoorns konden zien. Maar hij moest eerst kijken of we er met onze bus konden komen. Hij zei late van wel en pakte zijn geweer en stapte bij ons in de auto. Nou, die bus dat ging niet hoor. Papa moest er uit om alle takken op de weg om te buigen. En toen vond mama dat het niet meer kon omdat de bus geleend was. We moesten uitstappen en te voet verder! Over hele smalle platgetrapte paadjes. Achter elkaar. Met de ranger en zijn geweer voorop. We liepen wel bijna een half uur en ondertussen moesten we goed opletten dat er geen wilde dieren waren. De ranger had een walky talky en praatte met een ander ranger. Die was bij 2 white neushoorns (noemen ze white/wit maar ze zijn gewoon helemaal donkergrijs. Dat komt omdat ze een wijde mond hebben en toen is wijd veranderd in white). En plotseling stonden we er vlakbij… en wat was nu heel erg bijzonder? Het was een moeder met haar jong. Dat was 7 maanden oud. Het was een kerstkindje. Maar het was ook extra gevaarlijk. Want wilde dieren zijn erg gevaarlijk als er een jong bij is. Dus we moesten deze keer veel meer op afstand blijven (ik denk 40 meter). Maar het was wel heel erg mooi. Toen ze plots wegliepen zijn we er nog achter aan gelopen.
Er zijn nu 2 jonge white-neushoorns in het park erbij. Dat is wel heel goed want er zijn er maar heel weinig.
De ranger vertelde dat hij al 20 jaar in het park werkt. Hij woont elke keer 8 dagen op het park in het rangershutje. Dan heeft hij 2 dagen vrij en dan moet hij weer 8 dagen op de neushoorns passen. Ze blijven overdag in de buurt van de neushoorns en volgen ze. Dat doen ze te voet. En ze hebben een walky talky om hun collegas te vertellen waar de rhino’s zitten. Dan kunnen die er naar toe met een rhino-walk bijvoorbeeld. ’s Nachts moeten ze opletten voor de stropers. Die willen de neushoorns voor de hoorns. Dat is heel gevaarlijk. Hij had een geweer en hij vertrouwde op god zei hij. Die zorgt goed voor hem. Ik weet niet of dat wel genoeg is met zo’n stropers. Ik hoop het.
Op de terugweg werden we nog verrast met zebra’s en ook nog met een giraffen. Het waren de eersten voor Gabor in het wild.
©2013
Geen reacties
Sorry, het is niet meer mogelijk te reageren op dit bericht